Overwegingen
04/Apr/2024 |

(U vindt hier een selectie van overwegingen gehouden in de vieringen van de Onze Lieve Vrouwe parochie)



Klik op onderstaande link om de overweging te lezen.


5e zondag van Pasen


3e zondag van Pasen


2e zondag van Pasen (beloken Pasen)


Tweede Paasdag


Paaszondag


     

Overweging 3e zondag van de veertigdagentijd


In de eerste lezing hoorden we wat wij gewoonlijk ‘de tien geboden’ noemen. Ze worden ook wel, eigenlijk veel beter, ‘aanwijzingen tot leven’ genoemd. Want het zijn dé grote levensrichtlijnen waarmee wij elkaar het leven mogelijk maken; waarmee wij het beschermen, omdat het kostbaar is.


Maar heel vaak wordt, als wij over die richtlijnen nadenken, de eerste zin vergeten waarmee het allemaal begint: 'Ik ben de Heer uw God die u heeft weggeleid uit Egypte, het slavenhuis.’ Het is daarmee het uitgangspunt en de kern van alles. Gods bevrijdend handelen, zijn bevrijding van Israël uit de slavernij in Egypte, staat aan de basis van heel het religieus bewustzijn van het joodse volk en daarmee ook aan de basis van ons gelovig leven. Na die zin komt daarom direct: ‘Gij zult geen andere goden hebben ten koste van Mij.’ Want alles dat kan onderdrukken en het leven kan bedreigen staat in directe vijandschap tegenover de Schepper God die tot leven wil brengen. Die andere goden zijn de oude, soms bloeddorstige goden van het Midden-Oosten: sommigen namen zelfs kinderen als offer. Nee, de God van Israël laat vanaf het eerste begin weten dat zijn wetten zijn gegrond op de bescherming van leven dat Hij heeft geschonken.


Het is die God die Jezus ‘Abba’, Vader, noemt; waarmee Hij zich verbonden voelt; waardoor Hij zich geliefd voelt; die Hij verkondigt in woord en daad in heel zijn optreden: God, is een bevrijdende God, die niet toelaat dat mensen worden geknecht. Niet door andere mensen, niet door kwade geesten, niet door invalide makende ziekten. In woord en daad verkondigt Jezus dat onder de mensen.


Maar zien wij in het evangelie dat wij zojuist hebben gehoord dan opeens een heel andere Jezus? Sommige mensen schrikken van de Jezus die tafels van de wisselaars en handelaars omgooit en ze van het tempelplein afslaat. Wij zien hem toch liever als de zachte Goede Herder of als de wijze leraar van de Bergrede. Toch is het dezelfde Jezus. Wat heeft het één dan met het ander te maken?


In de evangelietekst over de zgn. ‘Tempelreiniging’ staat er nadrukkelijk dat dit gebeurde ‘kort voor het Paasfeest der Joden’. Dat is opvallend, want in een Joods huishouden is het verplicht om vóór het Pesachfeest het huis helemaal schoon te maken. Volgens de joodse wet mag er in het hele huis geen kruimeltje gedesemd brood achterblijven. Tijdens het Pesachfeest wordt ongedesemd brood gegeten, de matzes. Die kunnen niet bederven, zoals gedesemd brood. En in de keuken, in alle kamers, die onzuiver kunnen zijn door beschimmelde kruimeltjes moet alles helemaal gezuiverd worden voor Pesach, die al duizenden jaren terugkerende viering van Gods bevrijding.


Zuivering probeert altijd naar de kern te gaan van waar alles om gaat. Zo is ook het zuiverend vasten in onze joods-christelijke cultuur geen doel op zich. We vasten in onze traditie niet om te ervaren hoe sterk we zijn, ook niet om een heldere geest te krijgen, ook niet om geld over te houden voor goede doelen, dat is een hele leuke bijkomstigheid. Nee, vasten en onthouding zoekt vooral naar de kern waar het allemaal om gaat. Het zoekt om met Gods hulp ons te ontdoen van alles dat we in de plaats stellen van die God van leven, liefde en bevrijding. ‘Het huis van mijn Vader is geen marktplaats,’ zegt Jezus, en Hij veegt winstbejag en het gemarchandeer het huis uit. Zo zuivert Jezus het huis van zijn Vader. Als Hij dan door geschokte mensen ter verantwoording wordt geroepen wijst Hij op zichzelf: 'Breekt deze tempel af en in drie dagen zal Ik hem doen herrijzen.' Jezus ziet zichzelf dus als een plaats waar God woont; een plaats dus waar God leven en bevrijding voor de wereld kan zijn.


Dat betekent ook voor ons iets, niet voor niets heeft onze kerk van oudsher onderstreept dat wij God mogen herkennen in Jezus, maar dat Hij ook mens was. En daarmee betekent dat ook ons menszijn tot grote hoogte is opgetild; dat wij tempels kunnen zijn waar de liefde van God woont, elk moment dat wij bevrijding, gerechtigheid en leven in deze wereld brengen.


Maar wij weten allemaal dat de tempel die wij zijn ook niet altijd zuiver is: verslavingen, hang naar macht of geld; meer en meer willen; zaken die ons mensen in de ban houden en die onszelf en de schepping kapot kunnen maken. Ieder jaar weer worden wij opgeroepen om in de veertigdagentijd even pas op de plaats te maken en bij die onzuiverheid stil te staan; om de tempel die wij zijn eens kritisch te bekijken en hier en daar misschien wat schoon te vegen. Bidden wij dat in deze 40-dagentijd dit werk in ons kan gebeuren. Amen.


Zuster Susan van Driel o.carm.


Overweging 2e zondag van de veertigdagentijd


Gen 22, 1-2.9a.10-13.15-18


Marcus 9, 2-10


Ik geloof dat wij allemaal ooit een gelukkig moment hebben ervaren: op een vreugdevol feest, op een gelukkige plek of in een rustgevende sfeer. Zulke momenten geven ons altijd een vreugde, kracht, positieve energie, optimisme. Daar willen we beslist voortdurend blijven. Als wij het hebben ervaren, willen wij dat weer en weer te doen hebben.


Het evangelie van vandaag vertelt ons een verhaal over Jezus die veranderde van gedaante op de top van een berg. Jezus nam zijn drie leerlingen mee om naar de top van de berg toe te gaan. Ik ben ervan overtuigd dat die drie leerlingen niet wisten waarom Jezus hen meenam en wat er zou gebeuren. Daarom verbaasde het hen wat er gebeurde. Jezus veranderde van gedaante. Van zijn gezicht kwam de straal en zijn kleren werden wit als licht. De heerlijkheid van God omringde hen. Voor de leerlingen was het echt een geloofservaring dat zij de glorie van God mochten zien.


Wat is de boodschap van de teksten van vandaag in het verband met het vasten?


Vorig jaar zei Paus Franciscus in zijn boodschap voor de veertigdagentijd dat vasten “samen gaan” betekende. Wij zijn gevraagd om samen met Jezus en met de anderen de berg te beklimmen. Bergbeklimmen vereist inspanningen, offers, en concentratie. Dit is het proces waarin wij onze Heer dieper leren kennen, wie Hij is en hoe we met onze medemensen samen om kunnen gaan. Het is het moment waarop wij zijn geroepen om solidair te zijn. Tegelijkertijd is dit ook een moment waarop we ons door Hem laten leiden en begeleiden naar de top van berg, waar wij zijn heerlijkheid kunnen zien. Op deze manier leren wij de goddelijke verlossing te begrijpen en te ervaren in ons leven. 


Wat kunnen we doen in deze veertigdagentijd?


Die drie leerlingen waren verbaasd over wat zij zagen. Daarom vroeg Petrus Jezus of hij daar drie hutten mocht maken. Wij mogen ons ook voorstellen hoe we er ook echt blij mee zijn als we dat kunnen ervaren. Ik ben er zeker van dat wij ook verbaasd zullen zijn als wij zo’n gebeurtenis zien en ervaren. Wij willen niet dat het snel voorbij gaat. Maar wat er verder gebeurde leert ons iets. Plotseling kwam er een lichtende wolk hen overdekte en hoorden zij een stem: “dit is mijn Zoon, de Welbeminde, Luister naar Hem”. In deze veertigdagentijd zijn we gevraagd om meer naar onze lieve Heer te luisteren. Abraham is het beste voorbeeld van wie wij kunnen leren hoe wij naar God moeten luisteren.


Zijn geloof werd toen echt beproefd. God vroeg hem om zijn enige zoon als brandoffer te offeren. Als zo’n moeilijke vraag aan ons wordt gevraagd, wat is ons antwoord? Wij zouden er even over nadenken. Sommigen vinden het misschien te zwaar om te doen. Veel mensen zijn door moeilijke situaties hun geloof in God kwijtgeraakt. Van Abraham leren wij hoe wij altijd ons vertrouwen op God kunnen stellen. In God geloven lost onze problemen niet op. Maar door de kracht van Gods genade zijn wij in staat om een lichtje te zien in de duisternis. Hij die ons heeft geroepen beproeft ons niet meer dan wat wij kunnen dragen.


Het evangelie van vandaag vertelt ons twee dingen tegelijk. Bergbeklimmen en afdalen. Bergbeklimmen is symbool van verlangen en inspanning om het Licht te zien. Het licht dat de leerlingen zagen was de anticipatie van de heerlijkheid van Jezus, op zijn opstanding uit de dood. Maar wij moeten de berg afdalen. Zoals aan de leerlingen, zo vraagt Jezus ons om de berg af te dalen. Wij moeten terug naar ons concreet leven en ernaar streven de glorie van God te bereiken. Om de heerlijkheid van Jezus te bereiken, is lijden onvermijdelijk. Wij zijn gevraagd om deel te nemen aan het kruis van God, de weg waarop wij samen met Christus zijn naar de top van de berg om deel te nemen aan zijn heerlijkheid. Bij deze twee situaties zijn wij gevraagd om naar Jezus te luisteren.


Het leven is een proces van geloof. Er zijn ups en downs in ons leven. In dit proces leren wij op wie wij moeten vertrouwen en aan wie wij ons toevertrouwen. Een luisterend hart is belangrijk, een hart dat verwarmd wordt door de liefde van God zelf. Van de ervaring van de leerlingen kunnen wij leren wat het bidden betekent. Luisteren is een bidden. Soms vragen wij heel veel aan God. Wij spreken veel. Maar in ons bidden moeten wij veel luiteren naar onze God. Op deze manier laten wij de wil van God in ons leven gebeuren. In ons luisterend hart bidden wij zoals Maria: “laat maar in mij gebeuren wat u gezegd hebt”.


Pastor Simon Taa o.carm.


Overweging 1e zondag van de veertigdagentijd


Er staat op YouTube een heel leuk filmpje van een chimpansee in een dierentuin.


Het is een groot en sterk mannetje. Er is in het verblijf van de chimps een lading appelen gestort zodat zij allemaal ervan kunnen nemen wat ze nodig hebben. Hij als grootste en sterkste man neemt natuurlijk het eerst.


Hij pakt wat hij kan en stapelt zoveel mogelijk appelen in zijn armen, stopt er nog een stuk of drie in zijn mond en pakt dan in iedere hand en iedere voet nog een of twee appelen. Zo probeert hij naar een hoekje van het verblijf te komen waar hij alles rustig kan opeten. Dat lukt hem nog ook.


Het is het overlevingsinstinct en omdat het een aap is, is het grappig. Als echter wij mensen zo graaien wordt het minder leuk. Toch gebeurt dat ook, de aap in ons is niet helemaal weg. Wij mensen hebben ook een sterke drang tot overleven door zoveel mogelijk binnenhalen.


De schrijver Jean Jaques Suurmondt die prachtige artikelen en boeken schrijft over het geestelijk leven van mensen noemt dat deel van het innerlijk van de mens - en dat vooral ook van zijn eigen innerlijk - ‘de knurftige aap’. Het is dat in ons dat wil hebben; dat op de allereerste plaats denkt aan eigen veiligheid, eigen gezondheid, eigenbelang. Het is dat wat ook, voor op zich mooie idealen, desnoods over lijken wil gaan. Wij weten allemaal waartoe bv. de prachtige idealen van het communisme hebben geleid: onderdrukking, moord, kampen vol met gevangen mensen die anders dachten. Heel dicht bij huis kunnen we het soms meemaken, als mensen erg geraakt zijn door de nood van het milieu en van dieren: soms worden zelfs aanslagen gepleegd en dieren uit kooien vrijgelaten die vervolgens in het wild aan een miserabel einde komen. Volgens Jean Jacques Suurmondt zegt die knurftige aap dan nogal eens: ‘het doel heiligt de middelen’.


Als Jezus in de woestijn is, is Hij, staat geschreven, bij ‘de wilde dieren’. Hij gaat er de confrontatie mee aan. Met de wilde dieren en met de Satan die Hem beproeft.


In die veertig dagen woestijn ziet Hij alle negativiteit die onder en in mensen is onder ogen. In de tekst die wij zojuist als tweede lezing hebben gehoord, wordt het maar kort verteld. Bij de evangelist Matteüs wordt het thema verder uitgewerkt.


Jezus ziet onder ogen hoe Hij zijn zending zou kunnen misbruiken; hoe Hij macht zou kunnen krijgen en zichzelf zou kunnen verheffen.


In onze veertigdagentijd, waarvan deze zondag de eerste is, hebben ook wij de kans om contact te maken met de wilde dieren en dus met die ‘knurftige aap’ in onszelf; met wat in ons wil hébben en destructief is.


Niet dat wij dan direct andere mensen worden, maar het helpt op z’n minst om anderen niet direct te veroordelen; om meer begrip te hebben voor menselijke gedrag. Het is niet fijn, die confrontatie, maar misschien worden wij in deze veertig dagen ook geholpen en worden we net als Jezus, geholpen door die andere zijde van ons mensen en zijn er, net als bij Hem, engelen die ons bedienen: de goede en liefdevolle krachten die ook in ons zijn.


Toen Jezus na die veertig dagen uit de woestijn kwam, ging de hemel voor hem open: Hij hoorde een stem die zei: ‘Jij bent mijn Zoon, mijn veelgeliefde’. Hij zag opeens heel helder in hoezeer God Hem liefhad en hoe God een God van Leven is.


Die ervaring was zo diep dat Hij dat onmogelijk voor zichzelf kon houden. Vanaf toen verkondigde Hij het Rijk van God; hoe God met ons is en hoe Hij óns aandrijft tot liefde. Want ondanks die zelfzuchtige, ‘knurftige aap’ in ons, is de Eeuwige met ons vreemde wezens van goed en kwaad een verbond aangegaan. Wij mogen zíjn liefde in de wereld brengen.


Bidden wij dat wij deze veertigdagentijd onszelf onder ogen durven te komen. Amen.


Zuster Susan van Driel o.carm.


Overweging 4e zondag door het jaar.


Deut. 18, 15-20, Marcus 1, 21-28


Jezus was in een synagoge in Kafarnaüm. Hij was onder de mensen om een onderricht te geven. Het evangelie van vandaag vertelt ons dat Jezus de mensen onderrichtte als iemand met een gezag. De mensen maakte Hij verbijsterd. Alle ogen waren op Hem gericht. Iedereen vroeg zich af wie Hij was. In Hem zagen de mensen iets anders dat zij niet zagen bij de Schriftgeleerden. Verder was er nog een verbijsterende gebeurtenis. Er kwam iemand die in de macht van onreine geest was. Wat het mij opvalt is dat die onreine geest getuigde van wie Jezus was, zoals wij net hoorden in het evangelie: “Hij is de heilige Gods”.


Wij mogen ons afvragen waarom Jezus kon onderrichten met gezag. Volgens mij was de aandacht van de mensen niet alleen gericht op wat jezus hen leerde maar vooral op de persoon van Jezus zelf. Het verhaal dat wij vandaag horen laat ons een paar dingen weten. Jezus had een bijzonder charisma die mensen niet zagen bij de gewone mensen. Tegelijkertijd had hij iets fris en nieuw te delen en Hij deed het op een overtuigende manier. De Schriftgeleerden onderbouwden hun verklaring met citaten van andere autoriteiten. Maar Jezus had geen menselijke autoriteiten nodig. Wanneer Hij spreekt, spreekt God.


De komst van Jezus is al geprofeteerd door de profeten. In de eerste lezing profeteerde Moses de komst van een profeet die het woord van God naar de mensen zou overbrengen. Dat betekent dat de komst van Jezus echt een verwachting was. Dus Jezus heeft daarom een speciale relatie met de Vader die Hem heeft uitgezonden. Hij heeft gedaan wat Moses heeft geprofeteerd. Op een andere plaats zegt Jezus: “mijn spijs is dat ik de wil doe van Hem die mij heeft gezonden en zijn werk volbreng”. Zijn onderricht en wat Hij doet komen vanuit zijn intieme relatie met de Vader.


De macht die Jezus heeft komt uit de Vader zelf. Door diezelfde macht kan Jezus wonderen verrichten. De verdrijving van de onreine geest is het teken dat Jezus de goddelijke macht heeft en tegelijkertijd laat het ons zien dat God de macht heeft over de onreine geest.


De onreine geest schreeuwde: 'Jezus van Nazareth, wat hebt U met ons te maken? U bent gekomen om ons te vernietigen? Ik weet, wie U bent: de heilige Gods.' Dit is een bevestiging van de onreine geest over wie Jezus was en tegelijkertijd was het een uiting van hun angst. Zij wisten dat de kracht van Jezus groter was dan van hen. Door duivels uit te drijven laat Jezus ons zien dat er in het rijk van God geen plaats is voor de onreine geest.


Jezus is gekomen om de wereld te redden. Alles wat Jezus heeft gedaan toont dat God er is. Hij leert en wijst ons de weg waarop wij ten volle mens kunnen zijn: liefdevol, medelijdend, medelevend, met passie voor de gerechtigheid, onbevreesd tegen de onreine geest en met besef van wat in een mensenhart leeft. Als wij in Jezus leven en Jezus in ons leeft, worden wij krachtig. Zijn macht is de macht om ons te redden. Dus zijn macht is de uitstraling van zijn liefde. Hij wil niet dat een van zijn bezit verloren gaat door kracht van onreine geest. Wij zijn daarom gevraagd om niet alleen voor Hem te staan en naar Hem verbijsterd te kijken. Jezus komt bij ons. Een open hart moeten wij hebben om Hem te ontvangen. Leven in en met Christus betekent dat wij leven onder de kracht van zijn Geest.


Jezus vraagt om ons geloof. Wij kunnen alleen worden bevrijd als wij op Hem vertrouwen en ons leven aan Hem toevertrouwen. Mogen wij ons leven laten begeleiden door de heilige Geest die ons altijd begeleidt naar de ware weg. En moge Jezus zijn gezag in ons leven uitstorten opdat wij in staat zijn om te getuigen van zijn liefde in ons dagelijks leven.


Pastor Simon Taa o.carm.


Overweging 3e zondag door het jaar


Het woord des Heren werd gericht tot Jona: 'Begeef u op weg naar Nineve […] en Jona begaf zich op weg naar Nineve’. In de tweede lezing hoorden we dat Jezus de leerlingen riep, ‘En zij lieten hun vader Zebedeüs met de dagloner in de boot achter en volgden Hem’. In de eerst lezing en tweede lezing lijkt het of het zo gaat: mensen worden geroepen, zij staan op en gaan. Zo lijkt het, want als je goed gaat kijken naar die eerste lezing uit de profeet Jona, dan kun je zien dat het eerst heel anders gaat met Jona. Twee hoofdstukken eerder komt ook het woord des Heren tot Jona: ‘Sta op, ga naar Ninive’. En Jona stond op ‘en hij vluchtte naar Tarsis’. Dat is dus precies de andere kant op. Dan zorgt de Heer voor storm op zee, wordt Jona in Zee geworpen en opgeslokt door een grote vis en weer uitgespuwd. Pas nadat Jona dat allemaal had meegemaakt, begint wat wij in die eerste lezing hebben gehoord. Pas dan komt weer het woord van de Heer en is Jona bereid om de inwoners van Ninive te waarschuwen dat als zij doorgaan met waar ze mee bezig zijn het niet goed zal aflopen.


Hij stond op…ja in eerste instantie dus de ander kant op. In onze H. Schrift komt het  op meer plaatsen voor dat mensen die geroepen worden eerst behoorlijk tegenspartelen vóórdat ze willen gaan. Ze vinden zichzelf niet capabel genoeg, vinden dat ze niet goed kunnen praten, ze zijn gewoon bang voor wat het zal oproepen, of vinden dat ze teveel moeten achterlaten. Ook dat waar ze verantwoordelijk voor zijn: hun familie bijvoorbeeld. Want het is nogal wat om je vader in de boot achter te laten, zoals Marcus vertelde. En dat zeker in de cultuur van het midden oosten waar ieder lid van een familie verantwoordelijkheid voor de ander draagt en zeker voor je ouders.


Nee, het gaat niet zo maar met roeping. En nu moeten we roeping niet te groot maken. Het gaat er natuurlijk niet alleen om, om als profeet op de hoeken van de straten te staan en mensen tot bekering op te roepen. We hoeven ook niet allemaal naar de missie te gaan. Nee, de roeping die vanuit het evangelie tot ons allemaal komt is dat we, waar we ook staan en wat voor concreet leven we ook leiden, gaan staan in de ruimte van het Rijk Gods; dat we dat met woord en daad verkondigen. Want dat is toch waar het in het evangelie om gaat? Jezus zegt zelf dat Hij is gekomen om dát te verkondigen.


Het is wel moeilijk om te zeggen wat dan dat Rijk van God is. Eigenlijk hebben wij niet meer dan de evangelieverhalen die vertellen hoe Jezus in het leven stond; hoe hij leefde met God en met mensen. Dan zien we dat het Rijk Gods alles te maken heeft met een innige relatie met God; met gerechtigheid en omzien naar mensen die het moeilijk hebben; met op een vrije wijze het leven kiezen, ook als dat ingaat tegen bekrompen opvattingen; met vergeving en mensen niet aan de kant zetten. En dan gaat het om níemand aan de kant zetten. Jezus at met tollenaars en zondaars, maar ook met farizeeën. Ook dus met de mensen die meenden dat ze het allemaal zo goed wisten, die overtuigd waren van eigen gelijk en eigen gerechtigheid. Hij nam het op voor de armen, maar Hij lag ook aan tafel met mensen die het goed hadden, rijke tollenaars bijvoorbeeld.  Om onszelf geroepen te voelen om het Rijk van God te verkondigen hoeven wij niet de een te veroordelen om met de ander te zijn. Nee, waar we ons geroepen toe mogen voelen is om in een ruimte te gaan staan, een gunnende ruimte, waarin we mensen het leven gunnen; leven waarin Gods bedoelingen met mensen en de hele schepping aan het licht komt. Daartoe worden we opgeroepen op elk moment dat we het evangelie op onze huid laten komen. Als we écht horen dat we niet moeten oordelen, dat we open mogen staan naar elkaar.  In die ruimte gaan we dan ook als vanzelf ‘mensen vissen’ want zó vrij en vooral ook dan met vreugde in het leven staan is aantrekkelijk voor mensen. Ik denk dat wij dat ook kunnen zien aan de manier waarop onze paus weer een aantrekkelijk gezicht van onze kerk aan de wereld laat zien. De stappen die hij zet zijn héél voorzichtig, maar mensen voelen en weten dat wat hij doet geboren is uit de liefde van God voor mensen, álle mensen. Dát is aantrekkelijk voor mensen, daarmee vist hij mensen en dat kunnen wij ook.


Dat Jona echter op zijn roeping eerst de andere kant op ging is begrijpelijk want zó in het leven staan wordt echt niet altijd begrepen. Door een groot deel van de gelovigen wordt de paus ook niet begrepen. En als wij op een verjaardag zeggen dat we het niet eens zijn met de politieke partij waar de meeste familieleden op hebben gestemd of als we vinden dat mensen in bootjes op zee niet aan hun lot overgelaten moeten worden; als we wat milieu en klimaat betreft echt andere ideeën hebben: mensen kunnen zich zelfs aangevallen voelen, ook al is dat helemaal niet de bedoeling. Je kunt heel wat over je heen krijgen als je je uitspreekt over wat jij Gods goede ruimte voor mensen, dieren en de hele aarde vindt en er ook naar handelt. Dat gebeurt de paus nu ook. Maar wij worden allemaal geroepen tot verkondiging van dat Rijk van God: Gods gunnende, leven gevende ruimte, Leven en Liefde. Bidden wij dat wij daarvoor zo nu en dan toch de moed zullen krijgen, zodat we opstaan en dan de goede kant opgaan. Amen.


Zuster Susan van Driel o.carm.


Overweging in de oecumenische viering 14-1-24


bij Genesis 18,1-8 en Lucas 10,25-37


Mensen uit het Midden-Oosten worden nog wel eens geroemd vanwege hun gastvrijheid. Dat maakt onderdeel uit van hun cultuur. Dat is niet zozeer omdat iedereen toevallig een gastvrij karakter heeft, maar omdat dit van oudsher van levensbelang was. Het is daar heet en water is schaars. Mensen onderweg hebben koelte en water nodig, en het liefst ook iets te eten, want alles wat je meeneemt bederft snel. Van generatie op generatie is daarom doorgegeven dat het van essentieel belang is, dat je mensen die bij jou aankloppen gastvrij onthaalt. Dat is niet alleen een deugd, maar zelfs een religieuze plicht.


In het verhaal dat we hoorden over Abraham zien we dat hij precies zo reageert als hij behoort te doen, als er onverwachts drie mannen bij hem komen. Hij slooft zich enorm uit om hen te ontvangen – en later blijkt dat deze mannen boodschappers van God zijn. Abraham is hierin een voorbeeld voor allen die hem als hun voorvader zien: joden, moslims en christenen.


Als je ergens afgelegen in de woestijn woont, is het misschien ook wel eenvoudig om gastvrij te zijn. Hoe vaak meldt er zich nou iemand bij jou? En Abraham was rijk genoeg, hij kon het zich permitteren.


Tijden veranderen, en het denken over dit soort zaken verandert dan mee. Gastvrijheid, prima, maar je kunt toch niet iedereen maar welkom heten? Zijn er dan geen grenzen aan gastvrijheid, aan naastenliefde? In ons land, in deze tijd, is dit een belangrijk onderwerp van gesprek, in de politiek, maar ook tussen mensen onderling.


Ook al in de tijd van Jezus was dit onderwerp van discussie. Het land Israël was bezet door de romeinen, die hun eigen regels opdrongen aan de inwoners van het land.


Ook binnen het jodendom waren er verschillende stromingen, die elkaar soms niet konden luchten of zien.


Het verhaal van Jezus over de barmhartige Samaritaan gaat hierover. Omdat het zo overbekend is, is het gemakkelijk om te vergeten hoe scherp deze gelijkenis is.


Wie is mijn naaste, vraagt iemand, want voor je naaste heb je verantwoordelijkheid. De discussie was of Romeinen ook naasten zijn, of andere vreemdelingen. Want daar kun je toch niet aan beginnen? Het is al moeilijk genoeg om om te zien naar mensen van je eigen soort…


Jezus draait de vraag heel slim om. Hij zegt: je kunt wel grenzen gaan stellen, telkens weer gaan kijken wie onder de categorie ‘naaste’ valt en wie niet. Maar waar ging het ook alweer om, als je over je naaste spreekt? Het gaat erom dat je elkaar nodig hebt. Stel, je bent in nood. Dan ben je toch blij als iemand je helpt, en dan ga je toch niet kijken of iemand binnen jouw grenzen valt van wat een naaste is? Als je in nood bent, is elke hulp welkom en iedereen die jou helpt, is jouw naaste.


De belangrijkste regel van het geloof is: heb God lief boven alles… en je naaste als jezelf. Het ene kan niet zonder het andere. Je kunt niet God liefhebben en je medemensen aan hun lot overlaten, uit angst of onverschilligheid, net als de priester en de leviet uit het verhaal.


Wij vinden dat wel eens ingewikkeld, en dat is het natuurlijk ook. Maar vandaag horen wij deze lezingen, die zijn uitgekozen door christenen uit Burkina Faso. Zij wonen in een land dat verscheurd wordt door conflicten en waar doelbewust op christenen aanslagen gepleegd worden. En desondanks, of misschien wel juist daarom, kiezen zij bij hun gebed om eenheid voor deze teksten. Zij willen aan de wereld meegeven: vergeet nooit dat de ander je medemens is, je naaste. Laat nooit de angst of de onverschilligheid regeren.


Als zij, dat in hun situatie kunnen zeggen, dan moet dat voor ons toch ook mogelijk zijn? Onze belangrijkste opdracht als christen is: ga niet aan je medemens voorbij. Wees een naaste. Alleen als wij daarvoor de moed opbrengen, kan er iets van eenheid komen tussen mensen. We bidden deze week om moed en vertrouwen, en niets houdt ons tegen om zelf in onze omgeving te laten zien wat dit in de praktijk betekent. Amen.


Marise Boon. Predikant protestantse gemeente Maas en Peel


 


Overweging Openbaring van de Heer


Begroeting en inleidend woord


Goedemorgen! Graag wens ik u een zalig en gelukkig nieuwjaar! Dat het nieuwe jaar ons zegen mag brengen en liefde en geluk en vrede voor alle mensen.


Onze nieuwjaarsviering valt samen met het feest van Driekoningen, het feest van de Openbaring van de Heer, zoals ze het ook wel genoemd wordt. We vieren dat het pasgeboren kind van Jozef en Maria een mens geworden is in wie God zich openbaarde, in wie God liet zien wie Hij is voor ons en alle mensen…


Huub Oosterhuis heeft daar mooie woorden over geschreven:


uit uw hemel zonder grenzen,


komt Gij tastend aan het licht,


als een kind zijt Gij gekomen, even weerloos als wij mensen… …


als een vuur zijt Gij verschenen…


als een ster gaat Gij ons voor… als een mens in de woestijn…


als een woord zijt Gij gegeven…

als een nacht van hoop en vrees…

als een pijn die ons geneest…

als een nieuw begin van leven…


Wij vieren vandaag dat Gods komst in ons midden niet alleen iets betekende voor mensen in en rond Bethlehem,


maar voor de hele wereld.


We zullen er straks verder op ingaan…


Overweging


Het is niet zo vreemd dat de Wijzen uit het Oosten de pasgeboren koning van de Joden in Jeruzalem zoeken. Jeruzalem was hét centrum van het toenmalige Israël. Maar daarom is het des te opvallender dat koning Herodes hen na een kort gesprek vrijwel onmiddellijk doorstuurde naar Bethlehem, een klein plaatsje bijna 10 km ten zuiden van Jeruzalem.


Dáár, in het nietige Bethlehem, ontmoeten ze de pasgeboren koning naar wie ze zoeken. Maar eenmaal aangekomen ziet het er allemaal heel anders uit dan ze waarschijnlijk hadden gedacht. Ze vinden niet een kleine koninklijke hoogheid met veel pracht en praal omgeven, maar een huilend kindje.


Misschien vul ik te veel in, maar ik zie hen vertederd worden door dat kindje; het doet een beroep op hun liefde, zoals ieder pasgeboren kindje dat doet. Even schrikken ze van de onverwachte eenvoud rond dat lieve leventje. Maar dan knielen ze biddend neer.


Een klein kwetsbaar kindje, dát blijkt het doel van hun reis te zijn. Daar heeft de lichtende ster die zij op hun lange reis hebben gevolgd hen naar toe geleid. Dat kleine kindje maakt dat ze spontaan op de knieën vallen en bidden… Velen van ons zullen dit wel herkennen: in de geboorte van een kind komt God ons ‘soms even’ wonderlijk geheimvol nabij.


Het verhaal van de Wijzen uit het Oosten is daarom meer dan alleen maar een sprookjesachtig kerstverhaal. Het is een verhaal met een boodschap. Het zegt ons dat de zin van ons leven, en ook het geheim van ons leven verborgen tot ons komt… in een klein kind… in het kleine en in het kwetsbare… niet in grootse daden, maar in kleine belangeloze daden van goedheid en liefde…. In de vriendschap en de liefde tussen twee mensen…. Of in de hulp die mensen soms heel onopvallend aan elkaar geven…. Er zijn zoveel kleine wondertjes van goedheid om ons heen... Er is zoveel belangeloze liefde die nauwelijks opvalt….


*Ik heb iemand gekend die zwaar ziek was en die hier altijd  – hoe ziek ze ook was – met een glimlach de communie ontving. Dat deed mij elke keer weer goed, even een nauwelijks zichtbaar contact over en weer, - zo van: ‘wij verstaan elkaar’… het zijn dit soort kleine lichtpuntjes die het verschil kunnen maken…


*Of iets heel anders: een foto in de krant van een klein kind dat tijdens het bestand in Gaza zit te spelen met haar katje… ik dacht toen: ‘zó zou het toch moeten zijn’…


*of  – nog een ander voorbeeldje: ik weet dat sommige mensen elke maand heel bewust ‘voedselbank’ op het boodschappenlijstje schrijven… dat doet je toch goed, als je dat hoort? Mij wel in ieder geval.


*En dan al die kaarsjes die hier elke dag weer opgestoken worden: degene voor wie ze gebrand worden, heeft daar vaak geen weet van… maar degene die het kaarsje opsteekt wél: die wil een beetje licht geven aan een ander…


Misschien mag je al die kleine daden of woorden van goedheid zien als lichtjes op onze levensweg… kleine bakens die je zeggen: ‘die kant moet je op’…


We kunnen niet zonder dat soort kleine bakens van goedheid en liefde… Ze laten ons steeds weer voelen waar het eigenlijk om draait in ons leven. Zij geven zin aan ons leven…


Nog even terug naar de pasgeboren koning van de Joden. In zijn latere leven heeft hij ons met zijn daden en woorden laten zien dat het aanvoelen van de Wijzen juist was: zij bleven op zoek net zo lang tot ze wisten: hier moet ik zijn, dit geeft mijn leven zin.


Bidden we dat de kleine Jezus en de volwassen Christus voor ons allen een licht worden, een baken waardoor wij de goede weg kunnen vinden. Een weg die steeds weer te maken zal hebben met eerbied voor elkaars kwetsbaarheid, met elkaar zien,  om elkaar geven, elkaar het leven gunnen…  Amen


Ben Wolbers o.carm. pastor-teamleider



Overweging Nieuwjaar


Numeri 6, 22-27


Lucas 2, 16-21


Gisterenavond tot afgelopen nacht vierden wij de wisseling van het jaar. Overal vierden de mensen uitbundig feest met eten, drinken, dansen, spelen, praten, enzovoort. Het oude jaar is voorbij en het nieuwe jaar is begonnen. Volgens mij brengt dit ons tot het besef wat de tijd betekent voor ons.


Vandaag komen wij hier om het nieuwe jaar te vieren. In deze viering danken wij God voor alles wat wij hebben gehad, wat wij hebben meegemaakt, wat wij hebben gekregen en wat wij hebben ervaren. Iedereen heeft eigen ervaringen in het oude jaar. Er waren zowel mooie als slechte ervaringen die wij hebben gehad. Wij kunnen beslist niet meer naar het verleden teruggaan, maar wat wij hebben gehad in het verleden geeft een speciale betekenis in ons leven.


In de katholieke kerk vieren wij in het begin van het nieuwe jaar een hoogfeest: het feest van “Maria moeder van God”. Vanwege haar antwoord op de vraag om de Moeder van God te worden, is Maria een bijzondere iemand geworden in ons geloof. Maar dat antwoord heeft haar vervolgens gebracht naar de werkelijkheid dat zij veel consequenties moest dragen. Na de aankondiging van de geboorte van Jezus door de engel waren er veel dingen die zij niet begreep. Maria en Josef moesten een lange reis maken naar Bethlehem en daar werd Jezus geboren in een stal. Zij moesten naar Egypte vluchten. Dat was echt geen gemakkelijke ervaring. Maria en Josef waren verbaasd over wat Jezus zei toen hij 12 jaar was in de tempel in het midden van de rabbi’s: “waarom hebben jullie Mij gezocht? Wisten jullie niet dat Ik bij mijn Vader moest zijn? Zo vroeg Jezus hen. Dat was niet de laatste van wat Maria nog moest dragen. Wij kunnen ons voorstellen hoe groot het verdriet van Maria was toen zij zag dat haar zoon gemarteld werd van Jerusalem af naar Golgotha.  Eindelijk stond zij bij het kruis van haar zoon. Wat er allemaal gebeurd is met Maria was al gezegd door Simeon toen zij en Josef in de tempel waren om Jezus aan God aan te bieden. Toen zei Simeon: “ook door uw ziel, zal een zwaard gaan.


Maria heeft ons laten zien wie zij is. Zij is een dienares van God zoal zij heeft Gezegd tegen de engel: “ik ben de dienares van de Heer, laat met mij gebeuren wat u gezegd hebt”. Maria heeft niet helemaal begrepen wat er is gebeurd met haar. Maar de wil van god moest gebeuren. Zij heeft zichzelf gegeven om Gods wil te manifesteren.


Maria is het beste voorbeeld voor ons als gelovigen. Dat wij niet volledig begrijpen wat er gebeurt in ons leven, maakt ons geloof niet zwak als wij van Marie leren. Zij is de Moeder van God en de Moeder van ons allemaal die samen met ons gaat lopen in dit nieuwe jaar. Daarom is de viering van het nieuwe jaar een moment waarop wij terug kunnen blikken naar wat er is gebeurd in het oude jaar en wij naar de toekomst kunnen kijken.


Voor ons is de tijd niet alleen in chronologische betekenis: het verleden, het nu en de toekomst; gisteren, vandaag en morgen. Tijd is het moment waarop God werkt om ons te redden. Zoals Maria zijn wij ook uitgenodigd om onze ervaringen van afgelopen jaar te bekijken en erover na te denken. Maria heeft ons geleerd om te zoeken naar wat God wil. Wij vragen ons af wat God bedoelt in alles wat wij hebben ervaren. In wat wij hebben meegemaakt zit Gods plan.


Wij mogen ook veel plannen voor de toekomst hebben. Wij hebben beslist verlangens en wensen in het nieuwe jaar. Maar wij weten niet precies wat er zal gebeuren. Van Maria leren wij dat God die ons heeft geroepen ons niet alleen laat. Als er veel dingen gebeuren met ons die wij niet begrijpen, bewaren wij het in onze harten en denken wij erover na. Wij vragen om Gods genade die ons krachtig maakt zodat wij in staat zijn om Gods wil te laten gebeuren in ons leven.  Moge onze wil en wat wij dit jaar gaan doen overeenstemmen met Gods wil. Onze tijd zal een moment van genade zijn als wij met God samen werken om zijn koninkrijk op te bouwen. En moge ons leven een getuigenis zijn van Gods liefde die de wereld wil redden. 


Pastor Simon Taa o.carm.  





Archief
 
Het Parochiehuis
 van Sasse van Ysseltstraat 8
    5831 HD BOXMEER
 (0485) 57 32 77
 secretariaat
Noodnummer:
Voor een acute ziekenzalving of een uitvaart
 06-12089054